Vijf fabels en feiten over koolhydraten
Knoop een gesprek aan over het eten van koolhydraten en je bent al snel de draad kwijt. Waar de één zegt dat ze slecht voor je zijn of dat je er dik van wordt, weet iemand anders je te vertellen dat je er juist veel van moet eten als je intensief aan sport doet. Vijf fabels over koolhydraten op een rijtje, plus hoe het echt zit.
Koolhydraten behoren samen met eiwitten en vetten tot de zogenaamde macronutriënten, oftewel de voedingsstoffen die je lichaam nodig heeft. Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie. Je lichaam zet ze om in glucose en je bloed helpt om deze brandstof door je hele lichaam te verspreiden zodat jij de energie hebt om alles te doen wat je wilt, van rustig op de bank zitten en een boek lezen tot hardlopen of een pittige bootcamptraining.
Fabel 1: van koolhydraten word je dik
Van sommige koolhydraten word je inderdaad dik als je er veel van eet. Dit zijn vooral de koolhydraatrijke producten die veel geraffineerde suikers en weinig vezels bevatten, zoals snoep, crackers, chips en koekjes. Maar bij het eten van andere producten waar ook veel koolhydraten in zitten, zoals groenten en fruit, hoef je niet bang te zijn dat je er dik van wordt. Tenzij je ze de hele dag door eet en daardoor meer calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt natuurlijk, maar dat geldt voor alles.
Fabel 2: pasta en brood zijn sowieso slecht
Voordat je pasta en brood in de ban doet, kun je beter eens kijken naar welke heerlijke en gezonde combinaties je ermee kunt maken. Bijvoorbeeld pasta met groenten of een boterham met gegrilde kip, avocado en tomaat. Zo eet je echt niet ongezond.
Fabel 3: alle enkelvoudige koolhydraten zijn ongezond
Enkelvoudige koolhydraten hebben een slechte naam omdat snoep en chips tot deze categorie behoren. Enkelvoudige koolhydraten hebben een hoge glykemische index en kunnen je bloedsuikerspiegel flink laten stijgen. Maar ze zijn niet allemaal per definitie slecht voor je. Fruit en zuivel zijn voorbeelden van gezonde producten die enkelvoudige koolhydraten bevatten.
Fabel 4: minder dan de helft van je dagelijkse calorie-inname moet uit koolhydraten bestaan
Gemiddeld zou 45 tot 65 procent van je dagelijkse calorie-inname uit koolhydraten moeten bestaan. Daarbij maakt het niet zo veel uit hoe veel of weinig je sport. De gemiddelde twintiger die drie of vier keer per week een uurtje traint hoeft geen extra koolhydraten te eten. Pas als je echt lange duurtrainingen doet, is het slim om meer koolhydraten te gaan eten.
Fabel 5: een dieet met weinig koolhydraten is de enige manier om af te vallen
Misschien helpt een dieet met weinig koolhydraten en veel eiwitten je om snel wat kilootjes kwijt te raken, maar veel diëtisten kunnen je vertellen dat het bijna nooit lukt om dit structureel vast te houden. Koolhydraten hebben we gewoon nodig, niet alleen om ons lichaam goed te laten functioneren, maar ook om onze hersenen goed te laten werken.
Als je niet genoeg koolhydraten eet komt je lichaam in een staat van ketose: het gaat vet verbranden om genoeg brandstof te hebben om te functioneren. Dat klinkt misschien mooi, maar het brengt ook minder leuke verschijnselen met zich mee, zoals een slechte adem en constipatie. In plaats van koolhydraten compleet te skippen, kun je beter kleinere porties eten en kiezen voor complexe koolhydraten die veel vezels bevatten, zodat je langer een vol gevoel houdt. Een paar voorbeelden: volkoren pasta, volkoren brood, roggebrood, zilvervliesrijst, quinoa en bijna alle soorten groente en fruit.
Bron: Greatist.com
Foto: Shutterstock
Publicatiedatum: 08-02-2016