Doe de rups
Bij de combinatie van sport en dieren denk je misschien eerst aan paardrijden of aan een training die je samen met je hond kunt doen, zoals hondenfrisbee of canicross. Maar ook van een klein diertje als de rups kun je als sporter iets leren.
Rupsen zijn bijzondere dieren. Niet alleen omdat ze in een vlinder kunnen veranderen, maar ook omdat ze in tegenstelling tot de meeste dieren niet vier, maar minimaal zes poten hebben: niet alleen aan de voor- en achterkant, maar ook in het midden. Dat betekent dat rupsen ook een eigen manier van voortbewegen hebben, waarbij ze eerst een stap naar voren zetten met hun achterpoten en daarna met hun buikpoten en hun voorpoten.
Rupsoefening
Voor jou als sporter vormt bewegen als een rups een goede training, want je spreekt hierbij heel veel spieren in je lichaam aan: van je arm- tot je schouderspieren en van je been- tot je rugspieren. Om de rupsoefening te kunnen doen, ga je staan en zet je vervolgens je handen op de grond. Je benen zijn gestrekt en niet gebogen. Met je lichaam maak je een hoek van negentig graden.
Wandelen op handen en voeten
Vervolgens zet je je handen één voor één naar voren. Daarna maak je met je voeten kleine stapjes richting je handen, net zolang totdat je voeten vlak achter je handen staan. Vervolgens ga je weer terug, door je voeten één voor één naar achteren te zetten en daarna ook met je handen in kleine stapjes naar achteren te wandelen.
Achterstevoren
Je kunt deze rupsoefening ook achterstevoren uitvoeren. Je begint dan in dezelfde startpositie, waarbij je benen gestrekt en niet gebogen zijn. Vervolgens wandel je eerst op je voeten in kleine stapjes naar achteren. Daarna laat je je handen aansluiten tot ze vlak voor je voeten staan. Ook bij deze oefening wandel je vervolgens in omgekeerde volgorde weer terug naar de beginpositie.
Foto: Shutterstock
Publicatiedatum: 07-01-2017